Signaleren                                                       Om te bepalen of een leerling een beelddenker is, wordt er een officieel onderzoek afgenomen met behulp van een non-verbaal onderzoeksinstrument: ‘Het Wereldspel’ van Ojemann. Hiermee kan worden nagegaan of het kind in beelden denkt en/of in welke mate het kind (leer) problemen ondervindt.

Het wereldspel                                                                                               Het wereldspel ontwikkelt door dr. Nel Ojemann (1976) is een spel bestaande uit miniatuuronderdelen waarmee een dorp kan worden gebouwd. Voor diagnostisering zijn zowel het tempo waarin het dorp wordt gebouwd als ook de uiteindelijke vorm, geeft aan of het kind een beelddenker zou kunnen zijn. Beelddenkers zien het dorp al in hun gedachten en zullen dit nabouwen. Dit proces van bouwen gaat vele malen sneller als wanneer iemand nog het hele plan moet uitdenken. Ook zien beelddenkers het dorp als een geheel, zoals ze alles als een geheel zien, kenmerkend hiervoor is dat de elementen tegen elkaar aan zullen staan, 'het koppelen'. Wanneer meer dan 60% van het materiaal gekoppeld is, dan wijst dit bijna altijd zeker in de richting van beelddenken. Ook zien we dan vaak dat het materiaal op een eigen manier, anders dan oorspronkelijk bedoeld, gebruikt wordt. Ook kunnen persoonlijkheidskenmerken in het spel worden vrijgeven, zoals faalangst, communicatieproblemen, bedreigde persoonlijkheid, protestgedrag, agressie en opvoedingsproblematiek.

De cognitieve problemen worden onderzocht door middel van didactische toetsen. Hiermee kunnen een achterstand en leerstrategieën worden achterhaald. Tot slot wordt er gekeken naar de geheugenverwerking en de samenwerking van de ogen.

Een onderzoek naar het beelddenken bestaat altijd uit het afnemen van een wereldspel en een didactisch onderzoek. Treurig genoeg blijken alleen de kinderen met leerproblemen zich te melden voor onderzoek. Bij hoogbegaafde leerlingen moet de onderzoeker rekening houden met het cognitieve vermogen om didactisch toch acceptabele of zelfs ruim voldoende resultaten te behalen!

Beelddenkers zin te herkennen in de groep aan:                                       * moeite met woorden en taal.                                                                  * lezen vaak spellend of radend.                                                                * vergeten vaak details, al hebben ze wel globaal overzicht.                   * hebben moeite met hardop lezen.                                                           * maken vaak veel oriëntatiefouten bij het dictee.                                   * hebben moeite met automatiseren.                                                        * passen spellingregels nauwelijks toe.                                                    * gebruiken veel zelfbedachte strategieën.                                               * kunnen erg dromerig zijn.                                                                      * moeite met luisteren en het opvolgen van mondelinge instructie.      * vatten informatie vaak letterlijk op.                                                       * hebben moeite met concentreren.                                                          * vertellen dingen vaak in een onlogische volgorde.                                * hebben moeite met tijdsbegrippen zoals: nu, straks, later, even.        * kunnen erg impulsief zijn.                                                                       * zijn een beetje onhandig. 

Sterke kanten van beelddenkers zijn:                                                           * zijn creatief, origineel en hebben veel fantasie.                                    * voelen dingen vaak goed aan.                                                                 * bedenken verrassende oplossingen voor problemen                             * houden van tekenen en knutselen.                                                         * zijn vaak zorgzaam. 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb