Probleemgedrag voortkomend uit beelddenken

Probleemgedrag van de beelddenker is met name gedrag waar de omgeving hinder van ondervindt of de beelddenker zelf. Probleemgedrag kan gerelateerd zijn aan een gedragsstoornis als AD(H)D, Autisme of faalangst e.a. maar kan ook te maken hebben met het feit dat de beelddenker ‘anders’ denkt en zich onbegrepen voelt.

Hieronder volgen een aantal gedragingen die problemen op leveren maar niet gerelateerd zijn aan een gedragsstoornis. In de subhoofdstukken gekoppeld aan deze paragraaf, zijn de gedragsstoornissen AD(H)D, Autisme en Faalangst in combinatie met het beelddenken toegelicht.

 

Impulsief en hyperactief                                                                           Beelddenkers kunnen door hun manier van denken gedesoriënteerd raken: ze zien niet waarnaar ze kijken, maar ze zien wat ze denken. Dit desoriënteren gebeurt doordat ze denken met al hun zintuigen. Ze zien, horen en voelen wat ze denken. Hierdoor kunnen ze, wat zich in hun hoofd afspeelt, ervaren als de werkelijkheid. Door te desoriënteren kunnen beelddenkers driedimensionaal dingen bekijken in hun hoofd. Ze zijn in staat gedachten te ervaren waardoor ze inzicht krijgen in dingen die taaldenkers niet kunnen begrijpen. Een probleem dat uit deze desoriëntatie kan voortvloeien is impulsief en hyperactief gedrag.

 

Sociale vaardigheden                                                                          Beelddenkers begrijpen de wereld op een eigen manier en realiseren zich niet altijd dat de anderen om hun heen dat niet zo functioneren. Ze zijn vaak (te) eerlijk en rechtlijnig, hebben een duidelijke eigen mening en zijn moeilijk te overtuigen. Dit bij elkaar zorgt nogal eens voor conflicten.

Het onder woorden brengen van emoties is moeilijk en daardoor kan een beelddenker niet goed uitleggen wat hij in zijn hoofd ziet. Daarnaast voelt een beelddenker zich emotioneel bedreigd en heeft snel een schuldgevoel als iets niet lukt zoals hij het in zijn hoofd heeft. Ze voelen zich vaak slachtoffer van de situatie.

Voor de buitenwereld zijn de stemmingswisselingen moeilijk te volgen, van te uitgelaten naar te somber het volgende moment.

Sommige beelddenkers zijn erg op zichzelf gericht (interne focus) en hebben weinig oog voor hun omgeving, je krijt geen grip op ze. Ze komen hierdoor egocentrisch en star over. Vaak hebben deze leerlingen het sociaal moeilijk. Ze botsen vaak met medeleerlingen, leerkrachten of ouders. Ze kunnen hierbij ook agressief gedrag vertonen.

 

Overprikkeld                                                                                          Beelddenkers zijn vaak hoog sensitief en voelen hierdoor de sfeer in een groep feilloos aan, zijn (extreem) gevoelig voor licht, geluid en gevoel.  

Bij overprikkeling raakt de persoon geïrriteerd, wordt snel boos, wordt snel emotioneel of onzeker. Op zo’n moment kan er niet helder worden nagedacht.

Prikkels kunnen van zowel buitenaf (lawaai, warmte/kou, kleding, onvoorspelbare gebeurtenis etc.) als van binnenuit (angst, onzekerheid, perfectionisme etc.) komen.