Leerkracht met beelddenkers in de groep

In het onderwijs bestaat een discrepantie tussen de manier waarop de leerstof wordt aangeboden (veelal verbaal: de leerkracht geeft instructie en legt uit) en de manier waarop de beelddenker informatie verwerkt (non-verbaal: horen, zien, doen).

In elke groep zitten wel 1 tot 2 beelddenkers! die vragen om een aangepaste aanpak. In groep 1/2 lijkt er nog niets aan de hand, pas in groep 3 kunnen er problemen ontstaan bij lezen, schrijven en rekenen. Als leerkracht is het lastig te achterhalen waar het probleem ligt van deze enthousiaste, ondernemende en creatieve leerling.

Er zij twee typen beelddenkers 

Type 1 heeft een extreme voorkeur voor visueel-ruimtelijk denken en heeft problemen met auditief-volgordelijk denken.   

Type 2 heeft een sterke voorkeur voor visueel-ruimtelijk denken, maar daarbij zijn de auditief-volgordelijke functies wel goed ontwikkeld.

De meeste woorden kun je visualiseren (kat, boom, auto etc.), alleen kost dit tijd. Wanneer dit ok nog eens opgeschreven moet worden, komt een beelddenker in tijdnood. Bij een toets/examen zou een beelddenker meer tijd moeten krijgen.

Er zijn ook woorden (zogenaamde hulpwerkwoorden) waar je geen beeld bij kan vormen. De beelddenker heeft hier een probleem bij het onthouden van deze woorden. Je ziet dan ook bij het lezen dat het regelmatig voorkomt dat een beelddenker deze woorden overslaat omdat ze hem niets zeggen. Vanzelfsprekend is begrijpend lezen hieruit voortkomend ook een probleem.

 

Lesaanbod aanpassen aan de Beelddenker

De leermethodes op scholen zijn toegespitst op de meerderheid van de mensen, waarvan 95% auditief digitaal (via het gehoor) leert. Slechts een kleine groep leert visueel (via beeld/zien).

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen welke aldanniet uit de context kan worden opgemaakt. Nieuwe informatie moet aansluiten bij de informatie in het geheugen.

Beelddenkers missen vaak veel van de talige instructie. Het gevolg is dat deze leerlingen niet weten wat de bedoeling is, ze de opdracht niet begrijpen en niet tot leren komen.   

 

Instructie

Tijdens een instructie kun je als leerkracht het volgende doen om ervoor de zorgen dat deze aansluit bij het leerstijl van de beelddenker.

• Visualiseer waar mogelijk.

• Korte instructies en herhaal eventueel.

• Schrijf de opdracht op het bord.

• Controleer of de opdracht is begrepen.

• Verdeel de taak in stukjes.

• Vereenvoudig de leerstof totdat de leerling de basis begrijpt. Dan kun je daarop later verder bouwen.

 

Algemene tips voor de leerkracht

• Gebruik concreet taalgebruik. (vermijdt: straks, later etc.)

• Gebruik een timetimer.

• Geef veel aandacht aan inzichtelijk rekenen, want dat sluit goed aan bij de manier waarop beeldenkers sommen oplossen.

• Leg de betekenis van symbolen uit.

• Gebruik humor, aansprekende anekdotes en voorbeelden die tot de verbeelding spreken. Dan verankert de lesstof beter in het geheugen.

• Focus op de sterke kanten van deze leerlingen. Benut hun talenten en help ze om die uit te bouwen.