Beelddenken en Lezen  

Bijna alle leesmethodes die op school, worden gebruikt zijn analytisch, terwijl beelddenkers bij de verschillende (los aangeboden) letter letters geen beeld hebben. Beelddenkers hebben een zwakke automatisering van de klankteken en teken-klankkoppeling. Dit maakt dat de fonologische leesprocedure vaak onvoldoende is om het lezen onder de knie te krijgen.

Technisch lezen                                                                                                                        Wanneer een kind begint met lezen in groep 3, verloopt het leesproces in een bepaalde volgorde:

  1. leert losse letters

  2. leest spellend

  3. herkent groepjes letters

  4. leert het hele woordbeeld herkennen

Het spellend lezen gaat na ongeveer 8 maanden over in vloeiend lezen. Een enkele lezer blijft hangen in het spellend lezen, ze spellen minstens een derde van de woorden uit gewoonte of uit angst om fouten te maken. Sommige kinderen kunnen dit zelfs zo snel, dat het moeilijk te zien is. Spellend lezen is te zien aan de stand van de ogen van het kind omdat deze op het woord focussen en niet vooruitkijken in de zin. Deze vorm van lezen vergt veel inspanning en begrijpend lezen is op deze manier bijna onmogelijk.

Jpg in plaats van Word                                                                               Beelddenkers zijn visueel ingesteld en gaan vaak van het spellend lezen direct over naar woordherkenning of slaan het spellend lezen (stap 2) helemaal over. Zij leren het liefst het hele woordbeeld, een woord wordt als het ware opgeslagen als Jpg bestand in plaats van Word. Op deze manier kan snel een tekst worden gelezen, veel volwassenen lezen ook zo. In de jaren 30 bestond er de ‘globaal methode’ waarin het leren lezen hele woorden en zinnen als uitgangspunt had.

Het automatiseringsprobleem wordt in dit geval pas laat ontdekt omdat door het radend lezen en het doorzien van de context. Door het inprenten van ‘globaal woorden’ wordt uitgegaan van de visuele woordvorm, het woord wordt onthouden als een plaatje. Dé manier voor beelddenkers!

Door de nadruk van het correct lezen, ontwikkelen veel beelddenkers een leesangst wanneer zij moeten gaan lezen en voorlezen. Het lezen gaat vaak moeizaam, klinkt monotoon en leestekens worden niet gelezen. Door et vele fouten maken, verliezen beelddenkers het plezier in lezen en door de fixatie op het correct lezen begrijpen zij de context ook niet meer.

Begrijpend lezen                                                                                              In onze talige maatschappij heeft begrijpend lezen een belangrijke plaats. Een geautomatiseerde woordherkenning is, om tot begrijpend lezen te komen, van essentieel belang. Bij zwak begrijpend lezen is woordherkenning vrijwel altijd de hoofdoorzaak. Als je al moeite hebt met een woord te herkennen, kun je minder aandacht besteden aan de betekenis van dat woord laat staan he begrijpen van een tekst. Een voldoende woordenschat helpt hierbij.

Een beelddenker leest niet woord voor woord maar leest vanuit het geheel, dit gaat vaak goed. Een tekst wordt pas moeilijk voor een beelddenker wanneer er figuurlijk taalgebruik wordt gebruikt, de teksten abstract zijn of een tekst zonder duidelijke lijn.  

Om een beelddenker te helpen begrijpen van een tekst, zou je de leerling na elke alinea kunnen vragen, met eigen bewoording, een beeld te geven van wat er zojuist is gelezen. Op deze manier wordt de tekst stapsgewijs gelezen en duidelijker voor de leerling.

Ook signaalwoorden (door, na, eerst, hier etc.) en lege woorden (al met al, als, aangezien etc.) worden vaak overgeslagen omdat ze niet als beeld kunnen worden opgeslagen. Door deze woorden te visualiseren en categoriseren op tijdwoord, plaatsaanduiding, conclusie, vergelijking etc., is het voor de beelddenker makkelijker om deze woorden in het geheugen op te slaan.

Dyslexie                                                                                                         Personen met dyslexie hebben moeite met taal en daaruit voortkomend lezen, spellen en schrijven. Van dyslexie is alleen sprake als er geen andere mogelijke oorzaken zijn die leesproblemen zouden kunnen verklaren.  

Over de oorzaak van dyslexie lopen de theorieën uiteen. De meest voorkomende theorieën zijn:

Bij de aanleg van de hersenen is iets misgegaan waardoor de linkerhersenhelft zich langzamer ontwikkelt dan de rechterhelft.

  1. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg.

  2. Er is sprake van een verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.

Dyslexie is erfelijk en wanneer dyslexie in de familie voorkomt, is de kans groter om dit te erven van een ouder. Ongeveer 4% van de Nederlanders heeft dyslexie, hiervan is driekwart man.

Beelddenken en dyslexie                                                                              Een beelddenker kan net als ieder ander dyslectisch zijn, oftewel woordblind. Vandaag de dag hebben nogal wat leerlingen een dyslexie verklaring. Wanneer deze kinderen specifieke leeshulp krijgen, blijkt dat ze toch redelijk snel en goed op weg geholpen kunnen worden. Spreken we hier dan wel van dyslexie of betreft het hier een groep beelddenkers?  

Beelddenken en dyslexie kennen een overlap is kenmerken. Het verschil is echter dat beelddenkers relatief snel en goed geholpen kunnen worden en personen met dyslexie niet.

Onderwijsbehoeften                                                                               Zwakke lezers hebben veelal een kleinere woordenschat en hun decodeersnelheid is trager. Ze blijven moeite houden met talige informatie. Ook het horen van verschillen in klanken en woorden (bijv. duur-deur) blijft problematisch.                                                              Het doubleren van een groep is bewezen niet effectief te zijn en lost het leesprobleem niet op. Ook het verplicht lezen als huiswerk levert niet het gewenste effect, sterker nog, het gaat ten kostte van het leesplezier.                                                                                                 Er zijn verschillende manieren waarop letters kunnen worden gesynthetiseerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de leerstijl van de beelddenker: voelen (schuurpapierletters, letters op de rug schrijven etc.) en ervaren (letters van klei maken, letters stempelen, letters vingerverven etc.). Bij al deze oefeningen is het belangrijk om steeds de letter uit te spreken die wordt geoefend.