Beelddenken en faalangst Leerlingen die beeldenkers zijn, zie je vaak dat zij faalangst hebben ontwikkeld. Doordat het leren niet lukt, denken ze dat ze dom zijn en worden onzeker, dit in tegenstelling tot andere dingen op school die wel lukken. Beelddenkende leerlingen voelen zich vaak machteloos en onbegrepen. Zodra deze leerlingen weten hoe zij moeten leren en/of het onderwijs op maat wordt aangeboden, valt er een last van hun schouders. Het zelfvertrouwen groeit en de schoolprestaties gaan vooruit, de leerling voelt zich meer (sociaal) competent.
Wat is faalangst? Faalangst is de angst om te mislukken, dit is veelal in situaties waarin de persoon in kwestie wordt beoordeeld maar kan ook een faalangst ten opzichte van zichzelf zijn. De persoon legt de lat voor zichzelf onrealistisch hoog en als het doel dan niet wordt gehaald, wordt de angst om te falen bevestigd. De angst om te falen werkt belemmerend, personen met faalangst ontwikkelen een bepaald soort denken, zij denken vanuit een negatief zelfbeeld. Over faalangst spreekt men als het presteren van iemand dusdanig lijdt onder de angst voor mislukking.
Drie soorten Faalangst Faalangst kan vanuit drie invalhoeken de oorzaak zijn van de angst. Om faalangst te behandelen, is het belangrijk na te gaan vanuit welk perspectief de persoon angstig is.
Cognitieve faalangst : ‘..net wist ik het nog..’ Cognitieve faalangst heeft te maken met kennis en schoolse taken. Moeite met het oplepelen van opgedane kennis bijv. bij een examen.
Sociale faalangst : ‘..wat zullen ze wel niet van me denken..’ Sociale faalangst heeft te maken met het contact met anderen. Moeite met spreken voor groepen, ontmoeten van nieuwe mensen, iemand aanspreken etc.
Motorische faalangst : ‘..zulke momenten ben ik als verlamd..’ Motorische faalangst heeft te maken met fysiek presteren. Moeite met het lichaam onder controle te houden om tot een prestatie te komen, spieren kunnen van angst hierbij verstijven, waardoor het falen wordt bevestigd bijv. bij een autorijexamen, strafschop nemen etc.
Wat gebeurt er bij een beelddenker met faalangst? Het is wetenschappelijk bewezen dat bij angst de linkerhersenhelft de leiding neemt. Dit houdt in dat we bij (faal)angst, meer gericht zijn op details en het geheel niet meer overzien. Een beelddenker heeft juist dit overzicht nodig om tot prestatie te komen, hij leert vanuit het geheel, maar door de faalangst raakt de beelddenker het overzicht kwijt. Hij geen de informatie niet meer op zijn eigen wijze verwerken. Leerlingen die voornamelijk leren vanuit de rechterhersenhelft, hebben meer kans op het creëren van faalangst. Beeldenken wordt als het waren tegenwerkt door de faalangst.
Herkennen van faalangst Personen met faalangst hebben een sterke behoefte aan positieve bevestiging van anderen, zij zullen na elke taak om een reactie vragen om meer zelfvertrouwen hieruit te krijgen. Bij een nieuwe of onbekende opdracht zullen zij terughoudend zijn en niet weten hoe te beginnen, zij kijken hierbij eerst vaak naar anderen hoe die de taak aanpakken. Een faalangstig persoon is snel uit balans gebracht wanneer de sfeer thuis of op school minder goed is.
Faalangst en probleemgedrag Leerlingen met faalangst in de groep hebben vaak een negatief zelfbeeld. Ze vinden zichzelf dom, denken dat ze niks kunnen, denken dat ze nooit iets goed doen, vinden zichzelf lelijk en stom en denken dat iets ze toch niet zal lukken. Dit negatieve zelfbeeld kan leiden tot opvallend probleemgedrag: zichzelf (de faalangst) overschreeuwen of weglachen (clownesk gedrag of overdreven slappe lach), zich extreem rustig gedragen, snel blozen en/of geen vragen durven stellen. De leerling met faalangst durft vaak niet voor zichzelf op te komen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb